HSP begeleiding Nederland
 

Het ware sprookje

het-ware-sprookje-1492791371.jpg

Dichtbij hier vandaan was eens een man die woonde in een middelgrote stad. Hij kwam op het idee om uit natuurlijke producten een snoepje te maken. Het kostte hem veel onderzoek en tijd om uiteindelijk een snoepje te fabriceren met de gekozen natuurlijke ingredienten die ook nog eens goed smaakte en er aantrekkelijk uitzag. Het lukte niet heel erg goed maar hij wilde wel graag winst maken om ervan te kunnen leven. Het zou fijn zijn dat hij met de ontwikkeling van dat snoepje zijn geld kon verdienen en zijn gezin kon onderhouden. Misschien zelfs een mooi huis zou kunnen bouwen in het grote bos en een paar keer per jaar op vakantie zou kunnen gaan naar een ver mooi land. Dat hij bijzondere kleren aan zou kunnen doen en als het heel goed zou gaan, zou hij wellicht een mooie luxe auto en boot kunnen kopen. Dat zou natuurlijk helemaal geweldig zijn.

Maar ja, zijn snoepjes werden niet door iedereen lekker gevonden. En zo kwam hij op het idee om wat stofjes toe te voegen aan het snoepje zodat mensen het misschien steeds lekkerder zouden gaan vinden. Het maakte hem eigenlijk niet veel uit wat hij zou toevoegen. Als hij zijn doelen maar zou behalen, dan was hij tevreden. Zo voegde hij allerlei chemische stofjes toe aan zijn snoepjes die zo effectief waren dat de mensen die het kochten merkten dat ze veel lekkerder smaakten! Soms deed hij wel honderd stofjes in een snoepje, maar dat wist toch niemand en het werkte! De mensen vertelden het elkaar op het werk, op verjaardagsfeestjes en ook kinderen op school kletsten erover. Heerlijk waren ze. En de snoepjes hadden ook mooie kleuren. Ze vonden het heel bijzonder dat het zo gemaakt kon worden vanuit onschuldige natuurlijke producten. Mensen vonden het lekker en de zaken gingen goed.

Op een mooie dag bedacht de man om met zijn verdiende geld reclame te gaan maken op televisie bij de lokale omroep van de stad. De snoepjes werden uitgebreid in reclamespotjes aan de man gebracht als zijnde natuurlijk lekkere snoepjes. En lekker waren ze ook voor de mensen, maar dat kwam vooral door de inmiddels honderden chemische stofjes die hij aan de snoep toevoegde.

De man wist dat als je eenmaal deze snoep door de stofjes lekker vond, je er dan meer van wilde hebben. Alsof je er niet meer mee kon stoppen ze te eten. Dat vond hij wel wat want hij zag ondertussen zijn spaarrekening groeien en de plannen voor een nieuw te bouwen huis lagen al op tafel. Zijn zaken gingen goed, veel mensen uit het stadje aten zijn snoep, genoten ervan en iedereen was blij en voldaan.

Omdat de verkoop zo goed ging kreeg de burgemeester van het stadje een idee. Hij wilde ook van de winst profiteren en sprak met de man af dat hij ook een deel van de winst zou krijgen als hij ervoor zou zorgen dat de snoepjes bijna overal in de stad te koop zouden zijn. Omdat al heel veel mensen uit het stadje niet meer van die lekkere snoepjes af konden blijven liepen ze weinig risico. Het verkocht zichzelf! Dus hief de burgemeester belasting op de snoepjes. Er kwam elk jaar veel geld binnen. De man werd rijker en rijker, en de kas van de gemeente groeide gestaag door de verkoop.

Langzamerhand gebeurde er vreemde dingen met de mensen in het stadje. Ze kregen allerlei vreemde klachten maar wisten niet hoe dat kwam. Hun organen begonnen na mate men ouder werd op te zwellen. De nieren groeiden, de milt en de lever. Ook het hart werd groter en er kwam een moment bij een aantal mensen dat deze opgezwollen organen explodeerden. Ze klapten als het ware uit elkaar. Een erg pijnlijke dood was het. Dat moest onderzocht worden!Er kwam onderzoek. En al snel werd duidelijk dat de mensen die ziek waren, ook veel van die snoepjes hadden gegeten. Er was iets niet pluis! Na vele wetenschappelijke onderzoeken kwam men erachter dat de snoepjes ervoor zorgden dat mensen ziek werden en hun organen gingen opzwellen. De snoepjes bleken de oorzaak te zijn van alle ellende. In het begin werd het nog geheim gehouden en alleen de burgemeester en de man wisten ervan. Ze bedachten allerlei dingen om te voorkomen dat de mensen de snoepjes niet meer zouden kopen. Want stel dat dat zou gebeuren, zouden de man en de burgemeester geen winst meer kunnen maken. De man had inmiddels al een paar vakantiehuizen, drie prachtige auto’s en veel mooie horloges gekocht. Ook waren er veel vrienden in zijn bedrijf komen werken. Daar wilde hij natuurlijk niet vanaf als de snoepverkoop zou instorten. Ook de burgemeester zag de bui al hangen, want met het verdiende geld, en dat was inmiddels al best veel, legde hij wegen aan en onderhield hij gebouwen in het stadje. Ook stak hij zelf ook regelmatig wat geld ervan in zijn eigen portemonnee, maar dat hoefde natuurlijk niemand te weten.Hoe moesten ze dat nu oplossen terwijl er ondertussen steeds meer mensen ziek werden en tientallen zelfs aan de snoepjes overleden?

Natuurlijk moesten ze in eerste instantie voorkomen dat mensen de snoepjes niet meer zouden eten, wat dat zou hun heel slecht uitkomen. De burgemeester bedacht dat je met het geld van de belasting van de snoepjes geld zou kunnen stoppen in behandelingen tegen het opzwellen van de organen. Dat kostte heel veel geld, eigenlijk veel meer geld dan dat het opleverde. Maar ja, het gebaar was natuurlijk wel goed dat je aan de bevolking liet zien dat je er echt alles aan deed om het zwellen van de organen te voorkomen. De verkoop van de snoepjes kon dan gewoon doorgaan. Goed idee!

Op een dag kwam er een vrouw in de supermarkt en kocht een pakje yoghurt.Ze hield van yoghurt, en haar dochter van achttien jaar ook. Ze hielden overigens ook allebei van de heerlijke snoepjes die de man via dezelfde supermarkt verkocht. Alleen moeder had al een beetje last van een gezwollen nier. Maar het was zo lastig om die snoepjes niet te eten. Je wilde ze het liefst de hele dag eten. Haar dochter ontdekte een klein stukje glas in de yoghurt! Belachelijk! Dat zou een enorme schade, denk aan een inwendige bloeding bijvoorbeeld, kunnen veroorzaken! Het werd snel gemeld en er werd nog sneller actie genomen. Alle pakken yoghurt van deze fabrikant moesten van de burgemeester direct uit de schappen! De verwachting om nog een stukje glas te vinden was volgens de fabrikant vrijwel nihil, maar uit veiligheid voor de volksgezondheid werd preventief alles uit alle winkels verwijderd en het mocht vanwege het gevaar aan schade voorlopig niet meer verkocht worden. ‘Dat is maar goed ook’, zei de moeder met haar gezwollen nier later tegen haar dochter terwijl ze samen heerlijk genoten aan tafel van een schaaltje snoepjes. 

Al wilde je nog zo graag een pak yoghurt, je kon het niet meer kopen. De winkels zouden zelfs een hoge boete kunnen krijgen als ze dat toch deden. ‘Alles voor de volksgezondheid en veiligheid, dat hebben we hoog in het vaandel staan’, riep de burgemeester luid in een van de stadskranten.

Ondertussen werd de klantenkring van de snoepjes steeds groter en ook kinderen begonnen ze steeds eerder te eten. Soms al als ze dertien jaar oud waren. Ze vonden het cool en gezellig om op het schoolplein deze snoep te eten. Er waren wel eens tijden dat je er gewoon niet bijhoorde als je niet mee at. Of je werd gepest als je niet snoepte. De man vond het prachtig dat iedereen zijn snoep zo lekker vond. Hij maakte inmiddels snoepjes met heel veel chemische middeltjes erin, want die waren het stoerst op het schoolplein. De light-snoepjes waren voor meisjes, mietjes en watjes. Als je iemand wilde zijn, kocht je de meest dodelijke variant natuurlijk. Dat is normaal want dat doet iedereen.

Ondertussen kwamen de snoepers zelf erachter dat er een hoop chemische stoffen aan de snoepjes werden toegevoegd en de mensen waren heel kwaad. ‘Dat hadden ze nooit tegen ons verteld! Dat het nog gewoon verkocht mag worden!’, riepen ze boos. Gelukkig voor de man en de burgemeester waren er ook mensen die boos werden als ze niet meer zouden kunnen snoepen. En er zouden veel mensen werkeloos raken als het niet meer verkocht mocht worden. Ook zou de stadskas een hoop geld mislopen. Dus was het zinvol dat je het nog gewoon overal kon kopen. Alleen hoe moest dat dan met die zieke en dode mensen? Lastig, lastig.

Op een warme zomerdag, de zon scheen volop, bedacht de burgemeester, die veel aan de snoepjes verdiende, reclamespotjes voor op tv waarin aan ouders werd uitgelegd dat je je kinderen nooit moest laten snoepen. ‘Het is slecht voor je gezondheid. Je organen gaan misschien later opzwellen en dan ga je eraan dood’, werd duidelijk gemaakt op de radio, kranten, tv en journaal. Ook zei de burgemeester zelf in de reclamespotjes dat hij het belachelijk vond dat je het overal kon kopen. Zowat op elke hoek van de straat! Sommige mensen snapten dat niet zo goed, want het was toch de burgemeester zelf die daarvoor zorgde? ‘Dus wees bewust wat je je kinderen leert mensen’, riep hij. De burgemeester wist zelf ook wel dat wat hij zei heel oneerlijk was, maar daar stond hij niet te lang bij stil. Je zou dan mensen eerder boos kunnen maken dan tevreden.

Een ander idee van de burgemeester was om de belastingen van de snoepjes om de zoveel tijd fors te verhogen. De mensen die ze niet konden laten liggen baalden daarvan, maar de burgemeester zei dat de kans dan groot was dat ze zouden stoppen ze te kopen. Natuurlijk wist hij dat dat niet zo was, maar dan kreeg hij meer geld in het laadje.Ook plakte hij zwarte schreeuwende teksten en afbeeldingen van opgezwollen organen en stervende mensen op de verpakkingen van de snoepjes. Hij deed er echt alles aan om de mensen bewust te maken. ‘Ook al liggen de snoepjes op elke hoek van de straat, in vrijwel iedere winkel, koop ze niet!’, zei hij. Ondertussen kwam er veel geld binnen door de belastingverhogingen. Helaas bleek na tientallen jaren dat er meer en meer mensen dood gingen aan de snoepjes, en ook de behandelingen waren veelal niet effectief. De behandelingen zelf bestonden uit het toedienen van verschillende soorten gif in het lichaam om de schade die het gif van de snoepjes teweeg hadden gebracht, te kunnen herstellen. Sommige mensen vonden dit maar een rare behandeling om gif met gif te bombarderen. ‘Kunnen ze niets anders verzinnen? ‘Je wordt er nog zieker van’, zeiden ze. Maar niemand luisterde echt naar ze. Deze gifjes-verkopers hadden namelijk ook heel veel vrienden in hun bedrijfjes en mooie huizen en boten en horloges verdiend.

Ook waren de behandelingen enorm duur. Voor de meeste mensen kosten de behandelingen van een jaar evenveel als een gemiddeld woonhuis. Daarom had de burgemeester besloten dat ook mensen die zelf nooit hadden gesnoept een deel van hun inkomen moesten afstaan om deze behandelingen te kunnen betalen. Dat vonden die mensen helemaal niet leuk. Maar, zei de burgemeester van de stad, je doet het voor een goed doel, je doet het voor je medemens.

Het laatste wat de burgemeester nog kon verzinnen was om in alle winkels de snoepjes achter witte deurtjes te verkopen waarop geen ‘snoep’ stond gedrukt. Hij dacht dat kinderen en volwassenen er dan gewoon voorbij zouden lopen of dat mensen die nog nooit gesnoept hadden niet konden zien dat anderen in de rij stonden voor de snoepjes bij de blanco deurtjes die de hele dag open en dicht gingen. Hij had niet in de gaten dat wanneer je buitenkwam, er verschillende mensen de snoepjes zichtbaar voor iedereen stonden te eten. Sommigen zagen er ziek uit. Maar dat vond hij toch hun eigen verantwoordelijkheid.

Een rechtzaak aanspannen tegen de man had weinig zin. Je wist immers zelf wel dat ze vol zitten met chemische stofjes waar je aan dood kunt gaan, dus dan moet je ze niet nemen. Maar omdat de kinderen op school zagen dat hun ouders ze thuis aten, of hun vriendjes die daardoor stoer waren, wilden ze er ook graag bijhoren. Dus gingen ze stiekem snoep eten. Alleen konden de meesten er nooit meer vanaf blijven en snoepten ze door tot hun dood. Ook al hadden ze pleisters op hun arm gedaan met dezelfde stofjes om er vanaf te komen, of waren ze in dure therapieen en workshops geweest, niets hielp. Je mocht van de burgemeester tegenwoordig niet meer in openbare gelegenheden snoepen. 

En op het vliegveld had je overal snoephokjes waarin iedereen stond te snoepen.Vorige week is er voor de algemene volksgezondheid uit alle speelgoedwinkels een driewieler uit het schap gehaald want er zouden volgens de burgemeester mogelijk kleine stukjes plastic los kunnen gaan laten. Dat is een groot risico. Die Chinezen ook. Gevaarlijk volk. Daarom kun je maar het beste preventief en wijs handelen. Het was in zijn verkiezingsprogramma dan ook zijn motto geworden: Preventie en leven in wijsheid, voor elkaar! Daardoor kreeg de burgemeester dan ook weer de meeste stemmen bij de verkiezingen.

En zo leefden de man en zijn inmiddels groot geworden vriendengroep en de stadskas van de burgemeester nog lang en gelukkig.

 Terug
Geplaatst: 24-06-2017 13:48:26

Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst

Reactieformulier